Straf-beloning opvoedmethode

A.      Ouders proberen het kind te overtuigen om de zin van de ouders door te drijven. Lukt dit niet, proberen ze hun machtspositie in te zetten. Een kind ziet zichzelf namelijk altijd, geestelijk (weten en kunnen) en fysiek (lengte en kracht), kleiner ten opzichte van de ouder. Het kind ziet de ouders altijd als volwassen, en kijkt op tegen de ervaringen van de ouder, wat niet altijd de beste leerschool is. Verstand komt lang niet met de jaren en het kind kan geestelijk al veel verder zijn ontwikkeld dan de ouder.

Gezag krijg je niet door kennis, ervaring, de functie die je uitvoert of wat dan ook. En al zeker niet door machtsmisbruik.

Als het kind gedwongen wordt in een bepaalde richting mee te gaan wordt het automatisch boos, en is niet gemotiveerd om de activiteit uit te voeren. Het kind bouwt ook geen zelfdiscipline op omdat het geleefd wordt en geen eigen initiatief hoeft te tonen. Het kind zal altijd afhankelijk zijn van een ander in het maken van keuzes en in het gedrag. Het kind heeft duidelijk een gebrek aan innerlijke controle. Door het kind verantwoordelijkheid te geven en een eigen mening te vormen creëert het zelfdiscipline.

Dit kost heel veel energie bij de ouders en vraagt veel controle om het kind in het gareel te houden zoals jij als ouder voor ogen hebt. Daarnaast kun je als ouder redelijk te touwtjes in handen houden, totdat het kind zelf de fundamentele basisbehoeftes kan vervullen. Dan valt er niets meer om mee te dreigen. Vooral in de puberteit gaan kinderen strafmaatregelen omzeilen, rebelleren tegen de macht en gaan over grenzen in plaats van tegen de ouders in. Deze opvoedmethode leidt overigens tot schade in het sociaal emotionele gedrag van het kind.

De ouder straft en beloont het kind in wezen met basisbehoeftes. Denk aan het geven van melk aan de baby. Dit is een basisbehoefte en een beloning. Deze beloning heeft invloed op hoe het kind zich gedraagt, of de moed ontneemt zich op een bepaalde manier te gedragen. Zodra de baby gaat huilen krijgt het melk. Dit gedrag wordt een patroon en bereikt daarmee het gewenste effect.

Hoe moeilijker de beloning te realiseren is voor het kind (medewerker), des te groter de macht van de ouder (opdrachtgever).

Om duidelijkheid te scheppen wat de regels zijn voor het kind (omdat het aan allerlei regels moet voldoen van de ouders), zijn tijdrovende trainingsmethoden in strikt gecondoleerde omstandigheden noodzakelijk. Dit is vaak niet georganiseerd waardoor er een zeer verwarrende situatie ontstaat voor het kind en niet weet wanneer het nu wel goed is. Een zeer vermoeiende leefomgeving voor het kind.

De mens willen leven in vrijheid, niet in beperkingen. Als een kind opgevoed wordt in een strikte omgeving met weinig vrijheid, en dat gevoel opkomt opnieuw opkomt als iemand de dienst wil uitmaken waarbij je zelf geen inspraak hebt, ontstaat er agressiviteit, wraak, brutaliteit, kritiek, het verzwijgen van alles, de ander kwetsen, ofwel oog om oog en tand om tand.

Soms proberen kinderen door te liegen de straf te ontlopen, en dat wordt dan een aangeleerd reactie mechanisme. Als jij je volledig geaccepteerd voelt en de vrijheid krijgt, dan ga je niet liegen.

 

B.      In het geval dat de ouder een idee heeft en het kind een idee heeft, krijgt het kind veelal de ouder overtuigt door machtsmisbruik. Bijvoorbeeld door boos en verdrietig te worden en zijn eigen zin door de drijven, een schuldgevoel te geven aan de ander, of door vernederende dingen te zeggen tegen de ander.

Het kind is vaak wild, onbeheerst, onhandelbaar en impulsief. De eigen behoeftes zijn belangrijker dan van wie dan ook. Deze kinderen missen de innerlijke beheersing van het eigen gedrag, zijn vaak egocentrisch en veeleisend. Ze hebben geen respect voor de ander of voor de gevoelens van een ander. Ze leven vanuit hebzucht, zijn niet behulpzaam en hebben aanpassingsproblematieken op school met kinderen (omdat ze zich beter voelen dan de ander) en met docenten (omdat er vanuit school de opvoedmethode beloning-straf vaak wordt gehandhaafd).

Het kind voelt zich vaak onzeker door de rolverdeling thuis. Het kind voelt zich niet geliefd. Het leeft met angst dat de ouder snel boos of geïrriteerd raakt als het iets wil doen, en kampt met emotionele problematieken.

In beide gevallen houdt niemand rekening met de behoefte van een ander, en ben je altijd in strijd met alles en iedereen.

Dit vraagt om prestatiegerichtheid en liefdadigheid omdat jij je anders voor doet dan je eigenlijk wil.

De ouder probeert angst te creëren en daardoor de macht te krijgen over het kind.

Angst ontneemt de creativiteit en meegaandheid. Je durft niets ongewoons te doen of te experimenteren omdat dit leidt tot straf.

Het kind probeert er van te ontsnappen door zich introvert op te stellen, te dromen, te spijbelen, te gamen/tv te kijken, ziek te worden, weg te lopen, te blowen, dwangmatig te eten, fanatiek te storen op iets wat een verslaving wordt, depressief te voelen, hang jeugd te worden, etc.

 

Een kind wordt niet altijd gezien als een waardig persoon met een eigen gevoel, mening en behoefte. Er is vaak nog meer respect voor gasten die thuis komen dan voor de kinderen.

Een goede vraag aan ouders is, van wie is het huis waar je in woont? Als deze situatie zich voordoet zullen ouders zeggen van mij/ons. Maar niet van de kinderen. Het interieur is er vaak op ingericht dat er geen ruimte is voor de kinderen.

Kinderen moeten zich dan sterk aanpassen. Hier is juist een verandering nodig in de fysieke ruimte en in de communicatie, gestuurd vanuit de ouders.

 

Gezag

Gezag ontstaat door de ander aan te horen, naar de ander te luisteren en je in te leven in de ander. Zonder oordeel. Je kunt je eigen gevoelens, mening en/of behoefte delen waardoor de ander leert begrijpen wat jij belangrijk vindt. En gezamenlijk kun je tot een richting komen die voor beide goed is. Dan ontstaat er gezag.

Je hoeft niet in een conflictsituatie te verkeren. Als je eens bedenkt hoe dit op je werk gaat, dan ga je, in de meeste gevallen, ook geen machtsspel spelen. Je komt gezamenlijk met ideeën en probeert tot consensus te komen zodat iedereen gemotiveerd is om tot het gewenste resultaat te komen.