Invloeden bevallingsproces

Daar ga je dan het volle leven in vanuit een warm, geheel verzorgd bad.

In dat bad kreeg je via de navelstreng alles wat je nodig had om te groeien:
zuurstof, voedsel en antistoffen tegen mogelijke infecties.

 

Tijdens de geboorte kun je het knap benauwd krijgen door het smalle geboortekanaal.
Daar perst je moeder je met veel inspanning en pijn doorheen.
Geboren worden is dus niet alleen maar een vreugdevolle gebeurtenis.

Moeder heeft het meestal een flink aantal uren zwaar. Ook het kind ervaart grote stress. Gelukkig krijgen ze in een land als Nederland deskundige hulp van buitenaf. Maar minstens zo belangrijk blijkt de ondersteuning die hun eigen lichaam hen biedt. Zo gauw de foetus het signaal geeft dat hij klaar is voor de start, maakt het brein van de moeder een extra hoeveelheid van het hormoon oxytocine aan. Dat zorgt ervoor dat de baarmoeder gaat samentrekken. De weeën komen. Tegelijk verwijdt zich het geboortekanaal en wordt het flexibeler. De foetus met zijn relatief grote hoofd begint zich door de samentrekkingen naar buiten te bewegen. Als hij in het geboortekanaal aankomt, produceert het moederbrein opnieuw een grote stroom oxytocine.


Als het kind er eenmaal is, voelt moeder zich euforisch. Ze is een beetje high door de oxytocine en de dopamine die in haar brein allerlei verbindingen activeren en nieuwe aanmaken.

 

Het brein van de moeder verandert dus definitief door de bevalling. Van nu af aan zal ze door de oxytocine-uitstoot sterker op zorg zijn gericht. Deze stof brengt ook een vertrouwensband tot stand tussen haar en haar kind. Hier ligt de basis voor een veilige gehechtheidsrelatie . Die heeft het kind dringend nodig om gezond naar lichaam en geest op te groeien. De oxytocine zorgt er echter ook voor dat moeder agressief kan reageren als ze denkt dat haar kind wordt bedreigd. Bovendien speelt dit hormoon een stimulerende rol bij de melkproductie. Moeder is niet alleen een beetje high direct na de geboorte van haar kind. Al haar zintuigen staan eveneens op scherp. Ze voelt, ruikt, hoort en ziet haar baby intens. Dat versterkt blijvend de verbindingen in haar brein, die haar in staat stellen haar kindje uit vele anderen te
herkennen, het te beschermen en te verzorgen (Brizendine 2006).


Ook de foetus krijgt interne hulp om veilig ter wereld te komen. Dat is wel nodig ook. In de eerste plaats blijkt zijn hoofd veel te groot om door het nauwe geboortekanaal naar buiten te kunnen. Gelukkig is daar in zijn groei rekening mee gehouden. Zijn schedel is nog week en dus buigzaam. Deze vouwt zich in waar nodig. Dit is een prachtige, natuurlijke aanpassing, maar laat wel sporen achter in zijn brein. Dat heeft na de geboorte een kleine twee maanden nodig om weer goed op gang te komen met het maken van
verbindingen (Hüther 2009).


Dan moet de foetus in korte tijd onafhankelijk zien te worden van de navelstreng.
Meteen na de geboorte moeten allerlei lichaamsfuncties, zoals ademhaling, bloedsomloop en stofwisseling, autonoom werken. Tijdens de bevalling is de toevoer van zuurstof via die streng nog wel actief, maar door de stress van het losmaken uit de baarmoeder en de nauwe doorgang naar
buiten minder. Daarom maakt het brein van de foetus meteen na de eerste weeën een flinke hoeveelheid stresshormonen aan, zoals adrenaline . Die verminderen later de druk op zijn hoofd als hij het geboortekanaal binnengaat. Bovendien helpen de hormonen hem direct na zijn geboorte om de lichaamsfuncties op gang te brengen en dus te overleven (Lagercrantz & Slotkin 1986).


Net als bij de moeder komt ook al voor de bevalling bij de foetus een extra stoot oxytocine vrij. Dat is prettig, want dan zijn moeder en kind straks meteen helemaal op elkaar gericht. Die oxytocine bij de baby werkt namelijk als een psychisch bindmiddel, net als bij zijn moeder. Mede daardoor kan een vertrouwensband tussen hen beiden ontstaan, een gehechtheid aan elkaar.

Gaat het altijd goed bij de geboorte?

Nee, er kan in zo’n vitaal proces wel eens iets misgaan. Zo kan er door zuurstofgebrek bij de foetus tijdens de passage in het geboortekanaal hersenbeschadiging optreden die in een aantal gevallen blijvende sporen in het brein achterlaat. Als de foetus niet met zijn hoofd naar buiten komt, maar met zijn benen of zijn billen (bij iets minder dan 5% van de zwangerschappen), kan voor moeder en kind een levensbedreigende situatie ontstaan. Vaak besluit men dan van tevoren een keizersnede toe te passen. Dan gaat het kind naar buiten door een chirurgisch aangebrachte snede in de buikwand van de moeder. Uit onderzoek blijkt dat zulke kinderen meer moeite hebben om hun levensfuncties na de bevalling zelf op gang te brengen, bijvoorbeeld hun ademhaling. Ook produceren moeder en kind veel minder oxytocine, zodat hun gehechtsheidsrelatie zich minder snel en vanzelfsprekend ontwikkelt (Cole & Cole 2001).

Ook kunnen de omstandigheden dermate zijn dat een kindje eerder gehaald wordt, dat het de navelstreng om de nek heeft, of dat de omstandigheden zo zijn dat het kindje gehaald moet worden met een vacuüm. Al deze ingrepen hebben invloed op de gezondheid van het kind voor de lange termijn.  

 

Bron: Het brein in de baarmoeder