Het brein
De ontwikkeling van het brein eindigt pas rond het 23e levensjaar en ziet er als volgt uit:

Het brein bestaat uit genen en coderen enzymen.
Enzymen maken vetten, eiwitten, en andere stoffen die samen de cellen van de hersenen vormen.
Voeding, hormonen, stoffen, geluiden, emoties die via de moeder bij de foetus komen, bepalen dus mede de samenstelling van de cellen van de hersenen en daarmee ook de groei van de hersenen.
Naast de vorming van de hersencellen (neuronen), is ook de ontwikkeling van verbindingen tussen hersencellen (neuronen) van belang. Het doorgeven van signalen van de ene naar de ander hersencel (neuron) is de basis van ons denken, voelen en doen.
Welke neuronen met elkaar verbinden en of ze met elkaar verbinden is afhankelijk van de groeifactoren die uit het DNA en uit de leefomstandigheden worden aangemaakt.
Als het brein continu gestimuleerd wordt te werken, worden de neuronen en de verbindingen actief. Denk aan zintuigen die iets waarnemen, vraagstukken die je moet oplossen etc. De groeifactoren nemen dan toe.
Maar de groeifactoren kunnen ook beperkt worden door verstoringen die in het DNA aanwezig zijn.
De meeste psychiatrische aandoeningen worden mede veroorzaakt door afwijkingen in het DNA en de ervaringen die men heeft opgedaan vanaf het moment als onbevrucht eitje in de baarmoeder, waardoor sommige groeifactoren minder of niet op de juiste tijd of plaats gevormd kunnen worden.
Dit geldt zeker voor ontwikkelingsstoornissen die voortkomen uit het DNA, waarbij het suboptimaal functioneren al begint op de kinderleeftijd, zoals ADHD, autisme, maar ook voor angststoornissen, depressies, schizofrenie.
Dit verklaart de erfelijke aanleg, maar ook dat leefomstandigheden mede bepalend zijn of iemand met die aanleg inderdaad een psychiatrische aandoening krijgt of ervan verschoond blijft. Hetzelfde geldt trouwens voor aandoeningen als de ziekte van Alzheimer die zich pas veel later uiten.
Bron: breininactie.com
Door je persoonlijke DNA te ondervinden, en hetgeen wat niet bij jou past los te laten, voorkom je dat die ontwikkelingsstoornissen zich voortzetten. En door hard aan jezelf te werken, kun je er ook weer vanaf komen.
In dit zoekproces en veranderproces wil ik je faciliteren.
Dit met als doel jezelf te verrijken, en de ontwikkeling bij de nakomelingen bewust te kunnen begeleiden en vereenvoudigen.